Afnamemateriaal		C0002, Speciaal, Wisser voor HPV met transportmedium
Minimum benodigde hoeveelheid		550µl
Interferentie
Avonddienst		Nee
Weekenddienst		Ja
Dringende bepaling mogelijk		Nee
Frequentie van bepaling		Dagelijks
Dag van bepaling		Zaterdag, Maandag tot vrijdag
Antwoordtijd (Tijd tussen staalontvangst en volledig resultaat)		max. 48u
Maximale tijd afname - analyse		binnen de week na afname
Instructies		De analyse wordt uitgevoerd op: Cervicale cellen in vloeibaar cytologie medium
Aanvraag formulier		Opsporen van hoog risico HPV in cervicovaginale afnames. Intern codenummer is afhankelijk van indicatie: HPV1: ASC-US, bevestigd in tweede lezing HPV2: ASC-H, bevestigd in tweede lezing HPV3: AGC-ecc, NOS, bevestigd in tweede lezing HPV4: AGC-ecc, favor neoplastic, bevestigd in tweede lezing HPV5: - opvolging ASC-US - opvolging ASC-H - opvolging AGC-ecc, NOS - opvolging AGC-ecc, favor neoplastic HPV6: - opvolging behandelde CIN2 met negatieve cervicovaginale cytologie - opvolging behandelde CIN3 met negatieve cervicovaginale cytologie - opvolging behandelde AIS-ecc met negatieve cervicovaginale cytologie HPVBRN: overige, buiten RIZIV-nomenclatuur

Eenheid

Neg/Pos

Referentiewaarden:

Geslacht	Leeftijd / Andere	Extra	Referentiewaarden	Geldig sinds
M/V			Neg

Bijkomende info		Neg
Bron humane referentiewaarden
Controle grenzen voor resultaten
Doorbelwaarde
Weergave resultaat		P of N
Omrekeningsfactor
Prijs
Opmerking		De HPV assay test 5 targets: HPV 16, HPV 18, HPV 45, other HPV A (types 31, 33, 52, 58), en other HPV B (types 35, 39, 51, 56, 59, 66, 68).
Wetenschappelijke betekenis		De papillomavirussen behoren tot de familie van de Papovaviridae. Het zijn kleine (52 tot 55 nm in diameter), naakte virussen. Het virale capside heeft een icosahedrische opbouw en bestaat uit 72 capsomeren, het genoom wordt gevormd door een dubbelstrengig DNA molecule van ongeveer 8000 baseparen. HPV’s kunnen aangetoond worden in een grote variëteit van cervicale letsels, van laaggradige squameuze intraepitheliale letsels tot invasieve carcinomen. De verdeling van de verschillende types vertoont belangrijke verschillen naargelang de ernst van de ziekte. Nagenoeg elk type van de genitale HPV’s kan teruggevonden worden bij vrouwen met een normale cervix cytologie of met laaggradige afwijkingen. Slechts een beperkt aantal HPV types wordt aangetroffen bij hooggradige squameuze intraepitheliale letsels of in geval van een invasief carcinoom. Op klinische basis worden twee groepen HPV onderscheiden. De HPV types die teruggevonden worden bij condylomata en laaggradige squameuze intra-epitheliale letsels worden laag risico Humaan Papillomavirussen (LR-HPV)genoemd, voornamelijk de typen 6, 11, 42, 43 en 44. Een infectie met een LR-HPV is transiënt en verdwijnt meestal spontaan. Twaalf types worden als hoog risico types bestempeld (HPV 16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58, 59) en zes types als waarschijnlijk kankerverwekkend (HPV 26, 53, 66, 68, 73 en 82). Samen zijn al deze types verantwoordelijk voor meer dan 90% van de cervixkankers. HPV 16 en HPV 18 worden teruggevonden in meer dan 70% van de cervixkankers. HPV 16 wordt ook in verband gebracht met kanker van de vagina, vulva, anus, penis en sommige mondkankers en keelkankers. Deze kankers zijn echter veel zeldzamer. In België gebeurt de screening van baarmoederhalskanker op basis van cytologisch onderzoek en bij vermoeden van afwijkende cellen ook het opsporen van HR HPV door PCR. Het resultaat van het HPV-onderzoek wordt gerapporteerd aan de patholoog die het verwerkt in het laboratoriumrapport.

Interne analyse		Ja
Doorstuur instructies

Workflow informatie